Jaarplan 2018 van de Centrale Commissie Dierproeven (CCD)

In het jaarplan van het zelfstandig bestuursorgaan Centrale Commissie Dierproeven (CCD) worden de belangrijkste activiteiten van de CCD weergeven voor 2018 en tevens het financiële kader geschetst. Dit plan is eind 2017 definitief vastgesteld  na afstemming met het ministerie van Economische Zaken en na bespreking in zowel het CCD-DEC voorzittersoverleg, als het Gebruikersplatform van de CCD.

Wettelijke taak

Evenals in voorgaande jaren heeft de CCD als belangrijkste taak de beoordeling van projectaanvragen voor dierproeven. Voor 2018 wordt nog gerekend op circa 500 aanvragen, inclusief wijzigingen. Dit aantal is een inschatting die voortkomt uit signalen uit het veld en het ten opzichten van de verwachtingen achterblijvend aantal aanvragen in 2017. Een deel van de onderzoekers lijkt er voor te kiezen om pas in 2018 de eerste CCD vergunning aan te vragen.

Op basis van het aantal aanvragen tot en met 2017 verwacht de CCD dat het aantal aanvragen vanaf 2019 structureel tussen de 300 en 400 per jaar zal komen te liggen. De organisatie zal in 2018 zodanig moeten worden ingericht dat het kan 'mee-ademen' met het aantal aanvragen. Dit door meer flexibiliteit in de bezetting mogelijk te maken.

Daarnaast zullen de DEC-erkenningen door wijzigingen in de samenstelling enig onderhoud blijven vergen. Op basis van signalen uit het veld houdt de CCD er rekening mee dat er in 2018 een aantal DECs zal fuseren.

In het verlengde van haar wettelijke taak zal de CCD haar communicatie met name richting DECs verder versterken om de DEC adviezen goed te laten aansluiten op de behoeften van de CCD. Uiteraard zal de CCD ook blijven investeren in een goede communicatie met de IvD’s, het onderzoeksveld en het gebruikersplatform (zie ook paragraaf communicatie).

De uitvoering van taken dient in overeenstemming te geschieden met de relevante wettelijke kaders en in het bijzonder de wet op dierproeven (Wod), de kaderwet Zelfstandige Bestuursorganen, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet openheid bestuur (Wob). Deze laatste wet leidt bij de CCD tot een onevenredige last door de vele Wob-verzoeken. Ook na wijziging van de Wob, waarbij de dwangsom is vervallen, tekent zich nog geen vermindering af van het aantal Wob-verzoeken die gepaard gaan met disproportionele kosten voor de CCD en de vergunninghouders.

Belangrijke veranderingen aanvraagproces in 2018

Met ingang van 1 januari 2018 is de wettelijke overgangstermijn afgelopen en zullen geen dierproeven meer zonder CCD-vergunning mogen worden uitgevoerd. De NVWA zal daarop handhaven.

Vanaf die datum zullen tevens aanvragen rechtstreeks bij de CCD moeten worden ingediend, waarna de CCD zorgt voor het vragen van advies aan een DEC. Deze wijziging in procedure leidt tot een betere bewaking van de wettelijke behandeltermijnen en meer focus op de verwoording van de ethische toetsing door de DECs. Bovendien wordt daarmee de nieuwe rol van de DECs beter gemarkeerd, waarbij deze niet participeren in het proces van het schrijven van een goede vergunningaanvraag. Die verantwoordelijkheid ligt immers bij de instellingsvergunninghouder, mede op basis van de adviezen van diens Instantie voor Dierenwelzijn.

Begin 2018 zullen naar verwachting tevens de vereenvoudigde procedure voor wettelijk voorgeschreven onderzoek en het winnen en oogsten van organen en weefsel middels een ministeriële regeling van kracht worden. Ook zullen de formulieren voor het projectvoorstel en de bijlagen Dierproeven dan zijn vereenvoudigd en beter aansluiten op het door de DECs te verstrekken adviezen.

Voor de vereenvoudigde procedure zal gelden dat de algemeen secretaris van de CCD, binnen een aan hem verstrekt mandaat, de aanvragen veelal buiten het CCD vergaderschema om kan afhandelen. Dit zal de doorlooptijd verkorten.

Speerpunten voor 2018

De CCD wil in 2018 haar processen verder verbeteren en taken oppakken die tot dusverre nog weinig aandacht hebben gekregen. Dit mede naar aanleiding van het in 2017 uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoek. Tegelijkertijd wil de CCD inzetten op het beter benutten van de kennis en ervaring die ligt besloten in  alle ingediende projectaanvragen. Ook dienen nieuwe inzichten over dierproefvrije innovaties of adviezen van het NCad geïmplementeerd te worden.  Daarmee kan door de CCD en het veld nog beter invulling worden gegeven aan de 3V’s principes.  Tenslotte wil de CCD 2018 benutten om input te verzamelen voor de beleidsmatige evaluatie van de Wod in 2019.

Procesverbetering

  1. Streven van de CCD en haar medewerkers is om 95% van alle aanvragen binnen de wettelijke termijn van 40 werkdagen af te handelen. Dit vergt inspanning van en goede communicatie tussen DEC's en CCD. Vergaderdata van de CCD zullen daarom gedeeld worden met de DEC's. Ook zal veel aandacht uitgaan naar verheldering van de onderscheiden taken en rollen van CCD, DECs en instellingvergunninghouders/IvD’s, waarbij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de vergunningaanvraag meer bij de instellingvergunninghouder wordt gelaten.
  2. De behandeltijden verkorten van gemiddeld 9,5 uur in 2017 (16 uur in 2015) naar gemiddeld 8,5 uur in 2018. Door aanpassingen in het ICT systeem MAUS (Managementsystem Animals Used for Science) kunnen aanvragen administratief efficiënter worden verwerkt en het aantal handmatige handelingen worden beperkt. Ook zal de CCD bezien of er nog verdere besparing in de behandeltijd kan worden als gevolg van DEC-adviezen die goed aansluiten op de wensen van de CCD.
  3. De vereenvoudigde procedure zal daarbij op basis van de ministeriële regeling ingeregeld worden.
  4. Bezien of en op welke wijze  het ICT systeem MAUS verder doorontwikkeld kan worden en kan aansluiten bij e-herkenning. Liefst op een zodanig wijze dat informatie uit aanvragen direct geladen kan worden in MAUS. Hiervoor zal een kosten-batenanalyse worden opgesteld, waarbij ook de kosten en baten voor het veld van belang zijn.
  5. Vanaf najaar 2017 is ingeregeld dat DEC's directe feedback krijgen op de appreciatie van het advies.
  6. Begin 2018 zal het proces voor de beoordeling achteraf, de informatie die daarvoor nodig is en de advisering daarover door de DECs worden vastgesteld.
  7. Met de NVWA zal een handhavingsstrategie tot stand gebracht worden voor door de CCD verleende vergunningen.

Beter ontsluiten en benutten 3V’s kennis

  1. De CCD zal een start maken met het inventariseren van alle kennis en ervaring die in de projectaanvragen besloten ligt. Middels dit overzicht kan bijvoorbeeld per ziektebeeld of diermodel ‘best practices’ in kaart worden gebracht die een bijdrage kunnen leveren aan kennis uitwisselen tussen de verschillende instellingen IvD.
  2. De uitvraag voor de beoordeling achteraf zal in overleg met het veld en DEC's zo worden opgezet, dat deze vooral dient om in brede zin lering te trekken om daarmee in  toekomstige projecten dierenwelzijn  te verbeteren.
  3. In 2018 zal op grond van de ontvangen terugrapportages een evaluatie worden gemaakt van de CRO-voorwaarde. Belangrijke vraag daarbij is of het inzicht dat daardoor ontstaat, kan bijdragen aan toekomstige projectbeoordelingen. Daarnaast zal bezien worden of aanpassing van de  nu vereiste terugrapportage nodig is.

Inhoudelijke speerpunten voor 2018

  1. De CCD streeft ernaar om de adviezen van het NCad en recente Brusselse inzichten zoveel mogelijk te betrekken in haar beoordeling. Het NCad heeft inmiddels een behoorlijk aantal adviezen uitgebracht, waarin de CCD direct of indirect een rol is toebedacht. In 2018 zullen de reeds uitgebrachte adviezen nogmaals grondig op hun betekenis voor de CCD worden doorgenomen en vertaald naar de uitvoeringspraktijk. Waar dat leidt tot aanpassing van de beleidskaders zal daarover in overleg worden getreden en daarover zorgvuldig worden gecommuniceerd. Daar waar de CCD niet de wettelijke bevoegdheid of mogelijkheden heeft, zal dat worden gecommuniceerd met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat/ministerie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
  2. De CCD zal in 2018  een werkgroep instellen die, mede op basis van een nog in 2017 te verwachten advies van het NCad, een alternatief moet ontwikkelen voor de huidige benadering van dieren in voorraad gedood. Daarbij gaat het om het in de keten organiseren van een optimale benadering voor het verlagen van het aantal dieren in voorraad gedood zal ontwikkelen en de voorwaarden die daaraan vanuit de vergunningverlening gesteld kunnen worden.   Tevens zou de werkgroep moeten bezien welke wetenschappelijke onderbouwing valide is voor de keuze van één geslacht.
  3. Eveneens is de CCD voornemens om, na het uitkomen van het NCad advies daarover, te bezien hoe Synthesis of Evidence verankerd kan worden in projectaanvragen en de beoordeling daarvan.
  4. Ten slotte wil de CCD in 2018 meer samenwerking met omliggende landen tot stand brengen. Als eerste zal de CCD gaan werken aan het in beeld brengen van de organisatiestructuren en beoordelingsprocessen. De CCD zal de mogelijkheden onderzoeken om op Europees of regionaal niveau te komen tot een uitvoeringsplatform waarin deze samenwerking meer gestalte kan krijgen. De huidige vraagbaakfunctie via de Nationale Contact Points leidt in de praktijk weliswaar tot enige kennisdeling, maar nog onvoldoende tot samenwerking.  

Evaluatie van de werking van de Wod

De CCD wil in 2018 een document ontwikkelen waarin input wordt geleverd voor de evaluatie van de Wod in 2019. Dit document zal in interactie met het veld worden ontwikkeld, waarbij thans wordt gedacht aan de volgende elementen:

  • De door de CCD geconstateerde dilemma’s in de ethische afweging;
  • De werking van de Wob in relatie tot de Wod;
  • De  rollen en aandachtpunten in de keten om de kwaliteit van aanvragen verder te verbeteren;
  • De mogelijke vereenvoudiging van het stelsel.

Daarnaast zal de CCD in oktober 2018 de gegevens voor de EU-rapportage aanleveren.

Communicatie

  1. De CCD website is naar aanleiding van het klanttevredenheidsonderzoek aangepast en naar doelgroepen gesegmenteerd, deze zal zich in 2018 verder doorontwikkelen
  2. Onderdeel daarvan is om de website ook toegankelijker te maken voor het brede publiek.
  3. In de communicatie naar veld, IvD’s en DEC's zal veel nadruk blijven worden gegeven aan het verhelderen van beoordelingscriteria
  4. De DEC's zullen per advies structurele terugkoppeling ontvangen op de waardering van hun adviezen.
  5. Met het IvD platform zal nauw worden samengewerkt om de communicatie tussen IvD’s en CCD en de rol van de IvD’s bij de projectaanvragen en vergunningen verder te versterken.

Personeel en organisatie

Het ondersteunend bureau heeft in haar eerste jaren een hoge mobiliteit gekend. Uitdaging voor de organisatie is om meer stabiliteit te bereiken en daarmee  kennis en ervaring vast te houden. In 2018 mag worden verwacht dat het werkaanbod nog relatief hoog ligt. Het jaar daarna zal dat enigszins afnemen (zie inleiding). Dit betekent dat in de bezetting daarop geanticipeerd zal worden.

De CCD is thans gehuisvest in het kerndepartement van EZ. Die keuze is destijds, ondanks de onafhankelijke positie van de CCD gemaakt, bij gebrek aan geschikte alternatieven. Inmiddels een goed alternatief beschikbaar gekomen in het pand Centre Court van RVO. Om die reden zal de CCD begin 2018 verhuizen. Dit biedt tevens betere mogelijkheden om te komen tot uitwisseling met andere RVO teams.

Juridische zaken

De CCD blijft uitgaan van zorgvuldige behandeling van Wob-verzoeken, bezwaar en beroep binnen de wettelijk gestelde termijnen. Belangrijke punten voor 2018 zijn:

  1. Informeel en laagdrempelig contact bij de behandeling van bezwaarschriften blijft voorafgaand aan de formele behandeling van bezwaarschriften ook in 2018 een belangrijk aandachtspunt. De CCD zal de meerwaarde van het daarbij inschakelen van onafhankelijke gezaghebbende experts verkennen.
  2. Komend jaar zal de CCD actief ondersteunend zijn vanuit juridisch perspectief aan vergunninghouders die voornemens zijn hun documenten actief openbaar te maken. Meerdere vergunningshouders hebben zich hiervoor al tot de CCD gewend.
  3. Om Wob-verzoeken vanwege misbruik van recht niet te behandelen dienen meerdere (zwaarwegende) misbruik indicatoren aanwezig te zijn. De CCD is alert op misbruik van recht en blijft Wob-verzoeken aan dit onderwerp toetsen.. Op dit gebied werken we (nauw) samen met de ministeries van volksgezondheid welzijn en sport en economische zaken, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
  4. Een aantal essentiële en regelmatig terug kerende vragen als; is de Wob binnen het kader van de Dierproevenrichtlijn en de Wet op de dierproeven wel van toepassing? en is met het verstrekken van de NTS niet voldoende openbaar gemaakt?, is aan de rechtbank voorgelegd. Eind 2017/ begin 2018 wordt een uitspraak verwacht. Ook voor de CCD is het belangrijk hier een rechtelijke uitspraak over te krijgen.

Financiën

Ondanks de gerealiseerde efficiëntiewinst  stijgen de kosten in totaal licht van afgerond € 1.890.000 (2017) naar € 1.961.250 (2018). Hierin is ook de stijging van de uurtarieven van RVO met 1,1% verwerkt. De toename van de kosten laat zich naast stijging van het uurtarief voornamelijk verklaren door een toename van de Wob-kosten van circa 140.000 euro door het aanstellen van een extra jurist. Daar staan enkele besparingen in de bestuurskosten en directe uitgaven tegenover.

De verwachte retribueerbare kosten dalen van € 790.250 (2017) naar € 787.000  in 2018. De niet retribueerbare kosten stijgen van € 1.099.500 (2017) naar € 1.173.250 in 2018. De niet retribueerbare kosten komen ten lasten van het ministerie van EZ.

Bij de vaststelling van het retribueerbare deel is rekening gehouden met een verschuiving van circa 70.000 euro voor vergunning gerelateerde activiteiten, die tot dusverre nog door EZ werden gefinancierd, maar wel omvangrijker worden voor de CCD.  Dit betreft onder meer de kosten voor juridisch advies bij vergunningen en de ingeschatte tijd die gemoeid is met nawerk bij vergunningen, zoals het verwerken van meldingen, de beoordeling achteraf en de terugkoppeling op de CRO-voorwaarden. Deze zullen in 2018 in de tarieven verdisconteerd worden. Uitgaande van 500 te verstrekken vergunningen zal het tarief daarmee met gemiddeld €250 euro per aanvraag stijgen.

Deze stijging zal worden verwerkt in de huidige tariefstructuur  die voor 2018 verder ongewijzigd blijven. Wel zal er een korting gaan gelden bij de vereenvoudigde procedure.