NTS 2017821 Hokprestatie in varkens: indirect genetisch effect en voerefficiëntie
In de Europese wetgeving staat dat alle varkens, zodra ze bij de moeder weggehaald zijn, in groepen gehuisvest moeten worden. Wanneer dieren in groepen gehuisvest zijn beïnvloeden deze dieren elkaars prestatie. Sommige families van varkens beïnvloeden elkaars productieprestaties op een
positievere manier dan andere families. Dit erfelijke effect van een individu op de productieprestaties van anderen wordt indirect genetisch effect (IGE) genoemd. Onderzoek door Wageningen Universiteit heeft aangetoond dat varkens met aanleg voor hoge IGE, in groepshuisvesting minder last hebben
van staartbijten en agressief bijten. Helaas toonde vervolg onderzoek ook aan dat de dieren met hoge IGE wisselende resultaten hebben voor voerefficiëntie, waar voerefficiëntie juist het belangrijkste kenmerk is voor de kostprijs van varkensvleesproductie. Daarom willen wij onderzoeken of het
mogelijk is dat er families van varkens zijn die hun voer efficiënt benutten om te groeien en tegelijkertijd beter met elkaar om kunnen gaan.
We verwachten een genetische relatie te vinden tussen IGE van varkens en hun voerefficiëntie. Met deze relatie zouden we in het vervolg varkens kunnen selecteren die beter met elkaar om gaan en toch efficiënt blijven groeien. Hierdoor zullen de kosten van de varkens productie en belasting op het milieu verlaagd worden en het dierenwelzijn in de varkenshouderij verbeteren.
In dit onderzoek wordt gewerkt met varkens.