NTS 20209248 Onderzoek naar de migratie van trekvissen in grote rivieren

In de Rijn en de Maas leven verschillende soorten trekvissen zoals de paling en de zalm. Veel van deze vissen worden in hun bestaan bedreigd omdat zij door de aanleg van dammen en stuwen etc. niet langer vrij kunnen migreren tussen de plek waar zij zich voortplanten en geboren worden en de plek waar ze als volwassen dieren voedsel vinden. Het project heeft ten doel bij te dragen aan het verbeteren van de migratiemogelijkheden van deze vissen en op die manier aan het voortbestaan van deze soorten. Dat gebeurt door:

  1. Het natuurlijke migratiegedrag van de vissen te bestuderen en patronen te ontdekken;
  2. Migratieobstakels in kaart te brengen;
  3. Belangrijke risico’s en vissterfte in kaart te brengen;
  4. De werking van maatregelen die vismigratie moeten bevorderen te evalueren (zoals vispassages en het open zetten van sluizen/dammen);
  5. Het migratiesucces van de verschillende soorten te bepalen.

Het onderzoek maakt duidelijk welke migratieroutes trekvissen in de Maas en de Rijn volgen, welke barriéres zij daarbij tegengekomen en wat het migratiesucces is van de verschillende soorten. Deze kennis wordt gebruikt door waterbeheerders om het beheer van dammen en sluizen te optimaliseren en de migratiemogelijkheden voor trekvissen te verbeteren. Op deze wijze wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan het behoud van deze soorten. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat vistrappen kunnen worden verbeterd. Momenteel wordt gedacht aan het realiseren van grote nevengeulen rond problematische stuwcomplexen. Ook komt er een Vismigratierivier in de Afsluitdijk. De werking hiervan kan worden onderzocht met onderhavig onderzoek en beheersmaatregelen kunnen worden geoptimaliseerd.

In dit onderzoek wordt gewerkt met trekvissen.