NTS 20172486-3 Praktisch onderwijs voor studenten biotechniek

Doel van het onderwijs is dat studenten Proefdierbeheer ingrepen op proefdieren leren uitvoeren. Deze studenten worden opgeleid tot biotechnicus. Een biotechnicus voert onder andere ingrepen uit, zoals operaties, op proefdieren. Alleen personen die wettelijk bevoegd en bekwaam zijn mogen ingrepen op proefdieren uitvoeren. Studenten leren onder andere het toedienen van injecties, het afnemen van bloed, het uitvoeren van eenvoudige operaties en het doden van het dier. Tegelijkertijd leren studenten zorgvuldig en verantwoord met proefdieren om te gaan en het welzijn van het dier te beoordelen. Ze worden zich daardoor bewust van het effect van hun handelingen op het welzijn van het dier. Op school maken studenten zich de basisvaardigheden eigen, die ze later in het werkveld verder kunnen ontwikkelen.

Studenten die hebben aangetoond de basis biotechnische vaardigheden voldoende te beheersen krijgen een aantekening op hun diploma waarmee wordt aangegeven dat zij voldoen aan de wettelijke opleidingseisen. Hiermee mogen zij zich in het werkveld verder ontwikkelen tot een bekwame biotechnicus

In dit onderzoek wordt gewerkt met ratten en duiven.