NTS 20201067-3 Het begrijpen van de mechanismen die bijdragen aan het Phelan-McDermid syndroom, een monogenetische ontwikkelingsstoornis

De ontwikkelingsstoornis Phelan-McDermid syndroom gaat gepaard met sociale problemen, repetitief gedag, motor problemen, en cognitieve beperkingen.  Daarnaast hebben patienten te maken maken verstoringen in het immuun systeem en problemen met de darmen. Helaas kunnen deze patienten momenteel nog niet goed behandeld worden. Het is daarom erg belangrijk om fundamentele kennis te vergaren met betrekkking tot de mechanismen die bijdragen aan deze symptomen, en hun onderlinge samenhang. Om deze fundamentele kennis te vergaren wordt een transgeen muizen model voor dit syndroom gebruikt. We zullen in dit muizen model immuun gerelateerde factoren in het bloed en de hersenen meten, evenals gen expressie veranderingen in de hersenen en de samenstelling van de bacteriën in de darmen (microbioom). Ook zullen de dieren getest worden in een serie gedragstesten die belangrijke gedragsdomeinen omvatten welke ons in staat stellen om de onderlinge samenhang tussen gedragsveranderingen te begrijpen. Tenslotte zullen we middels functionele beeldvorming (hersenscans) van de muizen onderzoeken welke functionele veranderingen er in de hersenen zijn opgetreden in de muizen. In een deel van de muizen worden deze hersenscans gecombineerd met taken die het sensorisch vermogen van de dieren test.  Dit project is onderdeel van een groter onderzoeksprogramma waarbij in muizen en mensen met het syndroom dezelfde testen/metingen worden afgenomen. 

Dit project levert nieuwe fundamentele kennis met betrekking tot de mechanismen die ten grondslag liggen aan de gedragsveranderingen gerelateerd aan het Phelan–McDermid syndroom. De kracht van dit project is dat we mechanismen op meerdere niveaus onderzoeken (gedrag, gen expressie, immuun systeem factoren, darm bacterien, hersenfunctie) voor diepgaand inzicht.  Omdat dit project een onderdeel is van een onderzoeksprogramma met andere onderzoekers waarbij vergelijkbare metingen worden gedaan bij patiënten, kunnen we bepalen welke bevindingen in de muizen ook bij de patiënten worden gevonden. De combinatie van de muizen en patiënten data kan uiteindelijk bijdragen aan een betere behandeling van de patiënten.

Dit betreft een wijziging.