Uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State 6 december 2017 en uitspraak rechtbank Den Haag van 28 december 2016

Op 6 december 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan over in de zaak ECLI:NL:RVS:2017:3340, Triskelion vs. CCD. De bestuursrechter heeft geoordeeld dat de stelling dat de dierproeven evengoed kunnen worden uitgevoerd met muizen van beide geslachten ten onrechte onvoldoende wetenschappelijk is onderbouwd. Van de Raad van State heeft de CCD de opdracht gekregen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Uit de uitspraak volgt tevens dat de Commissie bevoegd is aan een vergunning voorschriften te verbinden. Het is voor de CCD belangrijk dat op dit punt duidelijkheid is verkregen.

In de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 28 december 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:16892) ging het eveneens over het voorschrift dat proefdieren van beide geslachten in gelijke hoeveelheden moeten worden gebruikt. De rechtbank heeft in die procedure gesteld dat de CCD in het geheel geen voorwaarden mocht stellen. Dit was voor de CCD de belangrijkste reden om in hoger beroep te gaan. Inmiddels heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep beslist in de zaak van Triskelion. Uit deze uitspraak volgt dat de CCD wel bevoegd is voorwaarden te verbinden aan verleende projectvergunningen. (De volledige uitspraak kunt u hier vinden). Om die reden heeft de CCD het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag ingetrokken.