Adviesaanvraag aan NCad over onzorgvuldig gebruik proefdieren

Naar aanleiding van publicaties in onder andere Nature, de Volkskrant en het NRC over het niet gerechtvaardige of onzorgvuldig gebruik van proefdieren, heeft de CCD in december 2015 advies gevraagd aan het NCad. De CCD herkent de bezorgdheid die uit de artikelen spreekt, maar heeft ook het beeld dat enige nuancering op zijn plaats is. De CCD is er van overtuigd dat de meeste onderzoekers hun dierproevenonderzoek zorgvuldig voorbereiden en nieuwe inzichten meewegen, maar er bestaat niet voldoende zekerheid dat sit systematisch gebeurd. Daarom vraagt de CCD het NCad om advies uit te brengen of de conclusies uit de publicaties kloppen en welke handvatten het NCad ziet voor onderzoekers en de Instantie voor Dierenwelijzn (IvD) om deze aspecten bij de opzet van de onderzoeksvoorstellen en advisering over dierproefgebruik goed te kunnen borgen. Op de website van het NCad  kunt u meer lezen over de adviezen die op dit moment worden ontwikkeld.

Op 21 januari 2016 heeft staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken een brief gestuurd aan de Tweede Kamer in reactie op een NRC artikel 'Een labmuis leert ons bijna niets over onszelf. In zijn brief geeft Van Dam onder meer aan dat de CCD aan het NCad advies gevraagd heeft over diverse aspecten die verband houden met het gebruik van proefdieren, zoals gesignaleerd in het NRC.

Van Dam is van mening dat de methodologische uitvoering van de dierproeven primair de verantwoordelijkheid is van de onderzoeksinstellingen zelf. In de wetenschap is steeds meer aandacht voor de discussie over de genoemde aspecten. De inzet hierbij is om de waarde van het onderzoek te doen toenemen en de verspilling tegen te gaan. De aandacht voor verbetering van de wetenschappelijke kwaliteit en de erkenning van het belang ervan neemt toe. Van Dam is van mening dat de discussie zoveel mogelijk van binnenuit gevoerd en gevoed moet worden. Samen met zijn collega Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en roepen ze voorstanders van de noodzakelijke veranderingen dan ook op hierin een actieve rol te nemen.